Volkomen onverwacht besluit Herman van Oord zijn droom om te emigreren naar Amerika ten uitvoer te brengen. Hij laat zijn vrouw Anna en zijn vier kinderen Marie, Jan, Katrien en de nog niet geboren Gerdien achter. Een kaart uit Rotterdam met de mededeling dat hij zijn gezin zal laten overkomen zodra hij genoeg heeft verdiend, is het laatste levensteken dat ooit van hem wordt gehoord. Pas na ruim een halve eeuw en een leven vol zorgen en problemen komen de nog in leven zijnde kinderen van Herman van Oord achter de tragische waarheid. Moeder Anna leeft niet meer, Marie heeft het gemis van haar vader nooit kunnen verwerken en dat heeft ernstige psychische consequenties gehad. Ze is overleden in een Duits concentratiekamp. Katrien leeft nog wel, maar als een kind dat wacht tot vader thuis komt van zijn werk in het bos. Jan en Gerdien die altijd een speciale band hebben gehad, bezoeken tenslotte het graf van hun vader in Michigan, USA. Dan pas voelen zij wat ze hebben gemist, maar uiteindelijk overheerst de dankbaarheid dat in hun leven de liefde heeft mogen winnen.