In de jaren zeventig [van de vorige eeuw] verscheen de driedelige autobiografie All das Vergangene van de Duitstalige Joodse schrijver Manès Sperber (1905–1984). Dit is het eerste deel uit 1974. Hierin blikt de schrijver terug op zijn jeugdjaren in Zablotow, een stadje in het huidige Oekraïne dat voor de Eerste Wereldoorlog werd bevolkt door Joden, Roethenen en Polen, en op de vlucht van de familie naar Wenen. In een meeslepende, beeldende stijl neemt de schrijver de lezer mee naar een wereld die voorgoed voorbij is, die willens en wetens is vernietigd, 'vermoord'. De herinneringen van de schrijver, zoveel jaren later opgetekend, zullen gekleurd zijn door de tijd en door de strapatsen van het geheugen, maar die indruk krijg je nergens door de frisheid, de intensiteit, de literaire kwaliteit van de zinnen, door de scherpzinnige observaties van een nieuwsgierig kind.