Ieder van ons leidt twee parallelle levens: ons feitelijke leven en het leven dat we graag zouden willen, en waarover we fantaseren. Dit ongeleefde leven, dat er om welke reden dan ook nooit gekomen is, kan wel een groot beslag leggen op ons geestelijk welbevinden. Je zou kunnen zeggen dat we ons leven delen met de mensen die we niet geworden zijn — en dit kan vervolgens weer het verhaal van ons leven worden: een klaaglied om onvervulde behoeften, opgeofferde verlangens en niet-ingeslagen wegen.
In dit boek pleit Adam Phillips voor een herwaardering van het ongeleefde leven. Aan de hand van prachtige en sprekende voorbeelden uit het werk van Shakespeare, Freud en andere schrijvers en denkers, laat hij zien dat iedere gemiste ervaring altijd de mogelijkheid opent van een andere — en dat we, wanneer we frustratie uit de weg gaan, ook nooit bevrediging zullen vinden.