De koorleden van Con Amore zijn, ondanks hun onderlinge verschillen, met elkaar verbonden door hun gezamelijke liefde voor de muziek, en werken toe naar een grote en vererende opdracht: de uitvoering van Bachs Johannes Passion. Het stuk is eigenlijk ietsje te hoog gegrepen voor het koor, maar dirigent Frits weet het optimale uit zijn groep te halen dankzij zijn kundigheid en enthousiasme. Hij is de meest besproken man van het koor, wat hijzelf niet in de gaten heeft, maar zijn vrouw Jannie des te meer. Zo probeert ze haar man de details van een smeulend ongenoegen te besparen, omdat die hem alleen maar zouden afleiden van de muziek.
Ondertussen gebeurt er van alles. Er ontstaan nieuwe liefdes, en één van de leden heeft het op Frits voorzien, en Jannie voelt de bodem onder haar voeten wankelen.
Maar het verhaal kent meer hoofdpersonen. Eefje bijvoorbeeld, die na een schokkende ervaring weet op te krabbelen tot ze aan het sterfbed van haar vader staat, en haar vrienden zo heel hard nodig heeft. Nan, die altijd het beste uit mensen wil halen, en haar gedachten in poëzie tracht vast te leggen. Suzan, die openbloeit in een relatie vol beloften. En Anneke, die met vier kinderen haar handen vol heeft, maar toch haar bestemming gevonden heeft. En er is een hoofdrol voor de Johannes Passion zelf, die schrijnende en troostende vertolking van het Lijdensverhaal.
Mieke Poelman schetst vanuit een jarenlange koorervaring in deze boeiende roman een heel herkenbaar beeld van de perikelen van een koor en het dagelijks leven van de mensen die er repeteren. Zij tekent haar karakters met warmte en oog voor detail. Haar stijl is plezierig en humoristisch. Een heerlijk, vlot geschreven boek dat de aandacht van begin tot eind vasthoudt.
